Van 1000 tot 1300
- ± 1050 Vissers beginnen met het loodsen van schepen
- ± 1100 Zeerecht van Oleron: de rechten en plichten van een loods
- ± 1200 Zeerecht van Visby
Van 1300 tot 1600
- ± 1350 Het verdict van Damme
- ± 1551 De eerste loodsdienst naar Amsterdam
- 1563 Verplicht loodsen ingesteld door Philips II
- 1618 Loodsengilde
Voorgeschiedenis van de loodsdienst op Amsterdam
De vroegste aanduiding van het bestaan van loodsen ten behoeve van de scheepvaart op Amsterdam is te vinden in de Amsterdamse ordonnantiën, die in het begin van de 15e eeuw de basis vormen van het zeehandelsrecht in en rond de Zuiderzee.
In enkele artikelen worden daarin een aantal met betrekking tot de door de "leitsage" verleende diensten geregeld. Art.24: "wat scepen comen in 't Vlije of in 't Mairsdiep van ommelant ende hier wesen willen ende dat men dair een leitsage wint, 't scip ende guet hier op te brenghen, des sel die scipheren den leitsage die cost gheven ende die coeplude sullen die leitsage loenen van horen guede."
1*) De leitsage is een vissersman, wiens hulp incidenteel wordt ingeroepen om koopvaarders tegen vergoeding de weg wijzen naar veilige ankerplaats voor de nacht of het vaarwater naar de plaats van bestemming. Op de kunde van de "loods" valt geen peil te trekken, doch aangezien de man praktisch op basis "no cure no pay" zijn taak vervult en zich wel bewust is van het feit, dat in geval van stranding of averij hij ter plekke "aan den lijve" gecorrigeerd zal worden ingevolge het recht van die tijd
2*), zal de "loodsdienst", als zodanig, redelijk in een behoefte hebben voorzien.
Met het toenemen van handel en scheepvaart zullen een aantal visserslieden van de Waddeneilanden en de kustdorpen in de kop van Noord-Holland een min of meer regelmatige bijverdienste aan de "lootsery" hebben gehad.
bronnen:
1*) Van leijtsaghe tot loods. A.M. Overwater.
2*) the "Lodeman", if he lost a ship by default, was to be tekane to the windlass and there bëheaded by the crew , and the crew were not to be answerable to any judge, because the "Lodeman" had committed high treason against his undertaking of pilotage (Roles d'Oleron overgenomen door Engeland)
In 1630 wordt door het stadsbestuur van Amsterdam een verordening afgekondigd, die de strekking heeft, dat schepen die in de Amsterdamse haven stukgoed hebben geladen, verplicht zijn van de diensten van het "Loodmans-Gilde " gebruik te maken. In een tweede verordening wordt het Loodsgeld geregeld. In 1632 verschijnt een ordonnantie waarin de dienst van de binnenloodsen geheel aan regels wordt gebonden.
Op 14 juli 1666 wordt een nieuwe ordonnantie uitgevaardigd daar de vorige "niet en wert naegekomen als hear E.E. goede meeninghe wel is gheweest, dat oock desehe met eenige nodige Articulen wel diende te worden gheamplieert, haer E. ordonneren en staruëren bij desen".
*) Een andere belangrijke factor met betrekking tot deze ontwikkeling is dat van deze streken geen betrouwbare zeekaarten bestonden. De zeevaarders uit het Middellandse zeegebied, met name de Italianen en de Catalanen waagden zich niet verder noordwaarts dan Brugge en Londen. Op hun zeekaarten, de portelaan of kompaskaarten, werd de kust van Holland tot Jutland weergegeven door een rechte lijn. Pas in de tweede helft van de 15e eeuw verschenen de eerste gegevens van de Hollandse kust en stonden bijvoorbeeld huitdeam en tesser (Huisduinen en Tesel) op de portelaan kaarten ingetekend. (uit Getekend Land van H. Lambooy)
Van 1800 tot 1900
- 1813 Het loodsen valt onder toezicht van het ministerie van Defensie
- 1835 Algemene voorwaarden voor beloodsing op zee
- 1859 De Nederlandse overheid verstrekt zichzelf het monopolie op het loodsen
- 1876 De 'Stad Breda' onder het beheer van Kapitein G. Schel vaart als eerste schip met loods op het Noordzeekanaal
- 1888 Loodsensociëtiet 'Recht door Zee' opgericht
Het Algemeen Reglement op de zeeloodsdienst van 1835
De loodsplicht wordt bevestigd, art 70 zegt daarover, "alle schippers of gezagvoerders van zeeschepen de zeegaten of zeehavens willende uitvaren, aandoen of binnenzeilen, zijn verplicht een geadmitteerde loods te nemen en loodsgeld te betalen". De aanstellingseisen blijven praktisch zoals zij al eeuwen zijn geweest; "geene personen zullen tot den zeeloodsdienst worden aangestelt, dan kloecke wakkere zeelieden van onberispelijk gedrag". "Niet ouder dan 45 en niet beneden den leeftijd van 25 jaren, kunnende lezen en schrijven en verstaande de eerste gronden van de rekenkunst hebbend een of meer reizen gedaan op een raschip, doch tenminste twaalf maanden".
Om tot de loodsdienst te worden toegelaten moet een examen worden afgelegd en de zeegaten drie jaren bevaren zijn geweest. Kennis van stromen, gronden, banken en kenmerken, de bewerking en manoeuvres met een groot zeilschip. Na het examen moeten vier proefreizen worden gemaakt met een diepgaand schip. Na het afleggen van de eed, wordt de kwekeling tot noodhulp aangesteld en wordt hem een loodsteken uitgereikt. Een zilveren voor de gewone of vaste dienst en een koperen voor de buitengewone dienst.
De loodsdienst na de opening van het Noordzeekanaal
Vooruitlopend op het in gebruik nemen van het Noordzeekanaal, wordt in 1875 een aantal maatregelen genomen. Zo wordt bepaald, dat tot de komst van de voor de kustdienst bestemde kotters in maart 1877, de Egmonder loodsbron voor de nieuwe haven zal kruisen. Een schokker, onder commando van schipper 2e klasse H. Schol zal de afhaaldienst verzorgen. Voorts wordt 250 gulden uitgetrokken om loodssloep nr.3 tot logementschip in te richten ten behoeve van de loodsen uit Amsterdam en Den Helder die, in groepen, zich de kunst van het in- en uitvaren van de havenmond eigen moeten maken. "Vooral met betrekking tot het binnenvaren", verklaart inspecteur Spanjaard te Willemsoord, "is in verband met de belangrijke stroom welke regts voorbij de haven loop, wel enige oefeningen nodig”.
In de voorzomer van 1876, wanneer een sleepboot van Goedkoop drie loggers van Amsterdam naar IJmuiden sleept door het gloednieuwe Noordzeekanaal, is een nieuw arbeidsterrein geopend voor de loodsen van het 3e district wat nogal wat veranderingen met zich meebrengt.
De rijksloodsdienst te Egmond wordt opgeheven
De loodswet van 1859 wordt gewijzigd per wet van 1875; deze bepaalt met betrekking tot het 3e district onder meer:
- Twee loodsvaartuigen zijn bestemd voor het Engelse kanaal (één er van kruist steeds binnen twee mijl van de vuurtoren van Dungeness).
- Vier loodsvaartuigen kruisen op de Noordzee waarvan:
- één ter hoogte van het Westgat
- één ter hoogte van het Schulpengat
- één ter hoogte van IJmuiden-Egmond
- één ter hoogte van IJmuiden-Zandvoort
Het zijn allemaal kotters, met als thuishaven Den Helder. IJmuiden is thans de onbetwiste voorhaven van Amsterdam De Dungeness en de Texelkotters van het 3e district fungeren voornamelijk als vooruitgeschoven posten van de loodsdienst van IJmuiden. Reeds daar kunnen de schepen hun loods voor IJmuiden aan boord nemen, men kan er immers niet vanuit gaan dat de kustkotters op station worden aangetroffen. De zeeloodsen die al op deze vaartuigen dienst doen hebben als standplaats Den Helder. In IJmuiden zelf zijn binnenloodsen gestationeerd, zij vervangen de zeeloodsen op de sluis en brengen vandaar de schepen naar hun laad- of losplaats in het Noordzeekanaal-gebied.
De loodsvereniging "Recht door Zee"
In 1888 wordt door de zeeloodsen te Den Helder de loodsenvereniging "Recht door Zee" opgericht met als voornaamste doelstelling de saamhorigheid te vergroten en de gezelligheid te bevorderen. Het bestuur stelt zich al direct tot taak om de te Den Helder wonende, doch op de kustkotters voor IJmuiden dienstdoende loodsen gedurende hun verblijf aan de wal na afloop van de loodsreis voor zij weer aan boord van de kotter genomen kunnen worden, van een behoorlijke onderkomen te voorzien. Ook de binnenloodsen van Amsterdam en IJmuiden zullen van de accommodatie gebruik kunnen maken.
Door het uitgeven van obligaties worden de benodigde gelden bijeen gebracht en weldra verrijst aan de Kanaaldijk te IJmuiden het gebouw van loodsensociëteit "Recht door Zee", dat in 1894 in gebruik wordt genomen. Er is logies gelegenheid en maaltijden kunnen verstrekt worden.
Van 1900 tot nu
- 1920 Loodsen worden ambtenaren in dienst van het Ministerie van Defensie
- 1980 Het Loodswezen komt onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen Verkeer en Waterstaat)
- 1988: Loodswezen zelfstandig
- 2008 Wet Markttoezicht Registerloodsen treedt in werking